Op het moment dat ik uit mijn moeders buik kwam, huilde ik. Nu, na het maken van “Iconophobic”, weet ik waarom. Die diepe leegte was als een verloren werkelijkheid. Ik probeerde wat strengen muziek. Hopend dat dit zou leiden naar mijn navelstreng.

Ik gebruikte schreeuwende gitaren, klassieke instrumenten, electronische beats, zelfs geluiden om te mopperen, mijn hart uit te storten, om en om te treuren of te juichen.

Dit album is een conceptalbum over de angst voor de wereld van de verbeelding. Ik weet niet of het echt een psychologisch probleem is, maar ik hou van het idee van morbide vervreemding ten opzichte van beelden, iconen en de werkelijkheid in het algemeen. In het boekje bij Iconophobic staat de volgende tekst in de vorm van een cirkel:

“Ach dat de mens vrij was….toen er geen beeld was.
Ach dat beelden een middel werden….voor het veranderen van de werkelijkheid.
Ach dat de werkelijkheid zelf….een menselijke verbeelding is.”